Libellentelling 2018
Tellingen Libellenmeetnet Gorsselse Heide 2018 – Frens Westenbrink
In 2018 werd gestart met het tellen van libellen op de Gorsselse Heide volgens het gestandaardiseerde meetsysteem van de Vlinderstichting en het CBS. De condities zijn vastgelegd in de “Handleiding Landelijke meetnetten vlinders, libellen en nachtvlinders”. Daarin staat o.a. dat er tussen 1 mei en 30 september minimaal eens in de twee weken volgens een vaste route moet worden geteld tussen 11.00 en 16.00 uur. Ook worden de vereiste weersomstandigheden aangegeven, onder 13 °C en bij regen mag er bijvoorbeeld niet worden geteld.
In 2017 werden landelijk 196 algemene en 313 soortgerichte routes geteld. De resultaten worden door het CBS omgezet in populatie- en verspreidingstrends die worden samengevat in een jaarverslag.
Met Kim Huskens van de Vlinderstichting werd vooraf een vaste route vastgesteld langs vijf vennen: Luteaven (LV), Effususpoeltje (EP), Obliquaven (OV), Corduliagracht (CG) en Cyaneapoeltjes (CP 1 en 2). In totaal werden 15 metingen uitgevoerd tussen 7 mei en 26 september. Daarbij werden 2193 libellen geteld, verdeeld over 27 soorten. De meeste libellen werden bij de Corduliagracht (778), het Luteaven (775) en het Obliquaven (510) gezien. Al met al zijn er op de site waarneming.nl in 2018 40 soorten libellen op de Gorsselse Heide gesignaleerd, waarvan er 37 door de deskundigen zijn bevestigd.
Er waren een paar sensationele nieuwkomers die nog nooit eerder waren gezien: zuidelijke oeverlibel, zuidelijke heidelibel, bruine korenbout, sierlijke witsnuitlibel en oostelijke witsnuitlibel. Ook bijzonder was de waarneming van een geelvlekheidelibel die voor het laatst in 1983 was gezien en nauwelijks nog voorkomt in Nederland. Van de nieuwkomers was de oostelijke witsnuitlibel het meest spectaculair, deze was jarenlang niet meer in Nederland gezien. Daar kwamen dus veel libellenspotters op af, zo’n 150 volgens de beheerder.
De top 5 van de waarnemingen is 1) tengere pantserjuffer (502), 2) azuurwaterjuffer (485), 3) viervlek (352), 4) gewone oeverlibel (194), 5) bruinrode heidelibel (129). In gevallen gaat het om soorten die het de laatste 20 jaar goed doen in Nederland.
Gaande het jaar kwamen vier van de vijf vennen droog te liggen, alleen de Corduliagracht bleef water houden. Het is de vraag wat deze droogteval voor consequenties heeft voor de libellenpopulaties in de komende jaren. Sommige soorten overwinteren als eitjes die droogte goed kunnen overleven. Libellen die als larve overwinteren zullen het aanzienlijk moeilijker krijgen. Ze kunnen wel enige tijd de droogte overleven, maar optimaal is het natuurlijk niet. Erg spannend dus om in 2019 te gaan zien hoe de libellensoorten er dan op de Gorsselse Heide voor staan.
foto: Frens Westenbrink