logo ecolatlas

Levendbarende hagedis (kleine hagedis)

Details

Categorie
Wetenschappelijke naam Zootoca vivipara (Lacerta vivipara Jacquin)
Rode lijst gevoelig
Opmerkingen In 1969 werd deze soort zeer regelmatig aangetroffen
Bron 2, 16
Bijzonderheden

Levendbarende of kleine hagedis [Zootoca vivipara of Lacerta vivipara] heeft een totale lengte van ongeveer 17 cm, waarvan de lichaamslengte 5-6.5 cm is en de staart 8 tot 11 cm. Ze leven verder noordelijk dan enig ander reptiel tot zelfs boven de poolcirkel. In deze noordelijke streken worden deze dieren dan ook geholpen door het vermogen om levende jongen ter wereld te brengen. In de zuidelijke streken rond de Middellandse zee en in de Spaanse Pyreneeën legt het diertje echter gewoon eieren. Het wijfje legt 2 tot 13 eieren, waaruit onmiddellijk ±3 cm lange jongen kruipen. De levendbarende hagedis is na drie jaar volwassen, in het noordelijkste deel van het verspreidingsgebied kan het langer duren. In de vrije natuur kan een leeftijd bereikt worden van ongeveer 7 tot 8 jaar, maximaal 12 jaar, maar de meeste exemplaren worden lang niet zo oud. De gemiddelde leeftijd is 3 tot 4 jaar. De vrouwtjes worden vaak iets ouder dan de mannetjes. Van maart tot oktober kunnen deze reptielen waargenomen worden.

Het leefgebied is enigszins vochtige heide met dopheide, pijpenstrootje, beenbreek en opslag van berk en grove den, maar ook structuurrijke weg- en spoorbermen en ruigten. Als het leefgebied overwoekerd raakt wordt het verlaten. Een belangrijke levensvoorwaarde is de aanwezigheid van open plekken om te zonnen. De hagedis schuilt bij slecht weer onder stenen, omgevallen boomstammen of in holletjes. Bij zonnig weer worden ze vaak zonnend verticaal tegen boomstammen gezien. Zonnen is erg belangrijk voor de levendbarende hagedis, omdat de soort in koelere streken leeft. Bij een normale lichaamstemperatuur van 15 graden, kan deze na een zonnebad wel oplopen tot ongeveer 30 graden. De opgewarmde hagedis is veel sneller en kan beter jagen op prooien en vluchten voor vijanden.

De soort wordt aangemerkt als gevoelig en staat verder te boek als rode lijst soort. Het voedsel bestaat uit vliegen, bladluizen, wantsen, spinnen, hooiwagens, cicaden en kortschildkevers. Dus met andere woorden de wat kleinere insecten.
Gedurende een deel van de winter wordt een winterslaap gehouden, waarvan de duur afhankelijk is van de geografische locatie. Meestal zoeken de dieren vanaf oktober hun winterkwartier op, bij voorkeur holletjes, om deze vanaf maart weer te verlaten. In het zuiden van Europa duurt de overwintering drie maanden, in het noorden kan dit oplopen tot wel negen maanden.
Levendbarende hagedissen leven in populaties die als kolonies beschouwd kunnen worden maar ze zijn niet erg sociaal. Gedurende de paartijd zijn de mannetjes agressief tegen elkaar. In optimale gebieden kan de populatiedichtheid oplopen van 100 tot 1000 exemplaren per hectare. De levendbarende hagedis is een bodembewonende soort die soms klimt maar dit in de regel alleen doet om te zonnen. Het is daarnaast een uitstekende zwemmer, die regelmatig het water opzoekt om aan vijanden te ontkomen. Ze duiken dan onder en schuilen op de bodem. Bovendien wordt het water opgezocht om van de ene plek naar de andere te zwemmen en ook in het water gevallen insecten worden moeiteloos buitgemaakt. Bij het zwemmen worden de poten langs het lijf gehouden terwijl met de staart wordt geroeid. Vermoed wordt zelfs dat de hagedis zich geografisch heeft verspreid door overstromingen, waarbij de dieren in lager gelegen delen terecht zijn gekomen en zich hier hebben gevestigd.

De levendbarende hagedis wordt ook nogal eens verwisseld met de zandhagedis (zie aldaar).

Zie de foto (april 2013, met dank aan Magda B. ) van de hagedis "in guter Hoffnung".

Levendbarende hagedis (kleine hagedis)

1) Een overzicht van de in Nederland en België gebruikte Rode Lijsten waarin de in hun voortbestaan bedreigde diersoorten staan (met de gebruikte codes) is hier te vinden.

2) De beschermde soorten en soortenlijsten onder de Wet natuurbescherming (2017).

3) Klik hier om de bronnen te zien